Soms gaan projecten niet zozeer over wat er binnen een bedrijf gebeurt, maar
juist om de gevolgen buiten. Ivy’er Peter Ramondt maakte een analyse van de
fijnstof in de lucht in de omgeving van EMO.
EMO is een kolen- en ijzerertsoverslagbedrijf dat opereert in de haven van
Rotterdam. In de dagelijkse operatie worden kolen en ijzererts gestort op het
terrein van EMO. Vanuit de milieudienst Rijnmond, het DCMR, zijn er (wind)voorwaarden voor het laden en lossen. Als de wind een bepaalde richting opwaait met een bepaalde minimale snelheid dan ontstaan er - volgens door het DCMR gestelde standaarden – klachten van stofoverlast in Hoek van Holland. Alleen klopt het wel dat het stof onder deze omstandigheden door toedoen van EMO in Hoek van Holland terechtkomt? Peter werd ingeschakeld om een analyse te maken op basis van de data in de sensoren van het stofmeetnet.
“Ik had net mijn bachelor civiele techniek met een minor computer science
afgerond en was op zoek naar iets uitdagenders, deze data-analyse viel daar
zeker onder.” En dus ging Peter bij EMO aan de slag. “Ik ben om te beginnen best lang bezig geweest om de data fatsoenlijk te verzamelen, voordat ik aan de slag kon met het maken van de analyse. Zo kon ik uiteindelijk voor de jaren 2022 en 2023 via Python een degelijke analyse opstellen.”
“We hebben tijdens het project verbetertips gegeven, zodat het stofmeetnet
beter te analyseren is”, legt Peter uit. “Zo liepen de metingen nu niet altijd
synchroon en was de tijd tussen metingen niet altijd exact één minuut. Dat moet
secuurder als je een goede analyse wil kunnen maken.”
EMO wil de komende periode flink inzetten op zijn stofmeetnet. “Rondom EMO
zijn er allemaal stofmeters geplaatst die de fijnstof in de lucht meten. Op die
manier kan je meten hoe het stof zich verplaatst. Zo kan de invloed van EMO op
de aanwezigheid van de stofdeeltjes in de lucht analyseren. Bij bepaalde
windsnelheden en -richtingen zou er volgens het DCMR te veel richting Hoek
van Holland waaien en moet EMO het werk stilleggen. Die voorwaarden worden
ongeveer twee procent van de tijd gehaald en dan lijkt het misschien weinig,
maar de werkelijke downtime is veel langer dan die twee procent.” Het gevolg is
namelijk dat er een wachtrij ontstaat, die hoge kosten voor de keten met zich
meebrengt.
Maar is dat wel nodig? “Uit de gemaakte analyses bleek dat er zeker wel een
piek was aan fijnstof, echter wordt deze piek niet aantoonbaar veroorzaakt door
EMO. Het is waarschijnlijker dat de bron elders in de Rotterdamse haven ligt.
Bovendien was de piek niet heel extreem, het ging om een stijging van zo’n tien
procent.”
“Ik vond het een mooi project uit te voeren, omdat het maatschappelijke
relevantie heeft, want het is iets waar de bewoners van de Hoek van Holland
mee begaan zijn”, zegt Peter. “Dat maakt het net wat interessanter om even in te duiken. Verder ben ik vaak op locatie geweest, om gevoel te krijgen bij het bedrijf en om te kunnen zien wat er allemaal gebeurde.”