Alle installaties en equipment op je plant moeten aan strenge wet- en regelgeving voldoen. Een aantal van deze vereisten is vastgelegd in het warenwetbesluit drukapparatuur (WBDA).
Momenteel gelden in Nederland zowel het Warenwetbesluit drukapparatuur 2016 als de Warenwetregeling drukapparatuur 2016. Hierin is de Europese richtlijn (PED) voor drukapparatuur opgenomen. Deze schrijft de eisen voor keuringen in de gebruiksfase voor drukapparatuur vanaf een bepaald risiconiveau voor. Het gaat hierbij onder andere om keuringen en inspecties bij ingebruikname, herkeuringen en het monitoren van wijzigingen en reparaties. Door deze regels worden bedrijven gedwongen om hun fabriek veilig in te richten.
Keurings- en zorgplicht
Voor veel van de drukapparatuur die onder de WBDA valt, geldt een keuringsplicht. Dat komt er op neer dat de installaties bij bepaalde grenzen gecontroleerd moeten worden door een keuringsinstelling. De keuring wordt uitgevoerd door een onafhankelijke instantie, een NoBo (Notified Body). Dit gebeurt voor het in gebruik nemen en in de gebruiksfase van installatie. Op basis van WBDA bepaalt de NoBo de keuringstermijn.
Als de WBDA niet van toepassing is, dan geldt zorgplicht. Deze term komt over uit de Arbowet en schrijft voor dat een werkgever verplicht is om zijn arbeidsmiddelen in te zetten volgens het bedoelde gebruik. Daarbij is de werkgever ook verantwoordelijk voor het goed onderhouden van de arbeidsmiddelen. Drukapparatuur die niet onder de keuringsplicht valt, wordt volgens de WBDA dus gezien als een arbeidsmiddel uit de Arbowet.
Tijdens zo’n keuring wordt er gekeken naar allerlei verschillende factoren. Denk daarbij aan de wanddikte van de leiding, de druk, het volume van de buis, de soort stof die er in getransporteerd wordt en of het gas, vloeistof of combinatie daarvan is. Ook wordt er gekeken naar de omstandigheden, zoals het milieu waarin de installatie staat, en factoren betreffende de voorspelde degradatie van de wanddikte op basis van de vorige keuring.
Verschil
Een verschil tussen de keurings- en de zorgplicht, is dat je bij de zorgplicht niet elke leiding apart hoeft te keuren. Het is mogelijk om in overleg met de NoBo te keuren op basis van een groepering. Stel dat je een leidingennetwerk hebt dat onder de zorgplicht valt, waarbij al die variabelen hetzelfde zijn, dan kan je vaak met goede onderbouwing één leiding van dat netwerk inspecteren. Hiervoor neem je het meest risicovolle gedeelte als meetpunt en ga je op zoek naar het deel waar het degradatiemechanisme het sterkst te verwachten is. Als die leiding goedgekeurd wordt, dan kan je dat meenemen voor het hele netwerk. Zodoende hoef je maar één inspectie voor die groepering te doen.
Wij zien vaak dat bedrijven hun keuringsplichtige assets wel op orde hebben, maar voor de zorgplichtige geldt dat lang niet altijd. Veel van onze projecten hebben met dat onderwerp te maken. Wij kunnen ervoor zorgen dat alles binnen jouw bedrijf goed geregeld is voor het totaalplaatje. Dat doen we door:
- Het as-built maken van P&ID’s/tekeningen
- Het verzamelen van asset- en procesinformatie, zoals het opstellen van een leidinglijst
- Het verwerken van de verzamelde informatie: wat valt er wel of niet onder de aangewezen keurplicht?
- Het verzamelen van gegevens, zoals onderhoudshistorie, wijzigingsplannen en keuringsgegevens
- Het opstellen van een statusdocument. Dit is noodzakelijk als input voor herkeuring
- Het bepalen van de keuringsfrequentie aan de hand van de verzamelde historie en de WBDA
- Zorg dragen dat keuringen op tijd worden uitgevoerd en ingepland door borging in het EAM-systeem
Natuurlijk wordt onze aanpak verder afgestemd op jouw specifieke situatie. Wil je meer weten over de rol die wij kunnen vertolken? Neem dan contact met ons op.