Alle vaste medewerkers van Ivy Global kunnen sinds eind vorig jaar mede-eigenaar worden van het bedrijf. Oprichter Jorn van der Schaaf legt uit hoe deze constructie is opgezet en hoe er gehandeld wordt.
‘Een van de dingen waar wij bij het werken binnen de Semco-stijl naar toe willen is volledige zelfsturing. Dat houdt in dat je samen beslissingen maakt en ook samen verantwoordelijkheid neemt. Niet alleen de directeur is verantwoordelijk, maar dat zijn we allemaal. Voor mijn gevoel hoorde daar een stukje participatie bij, dat alle medewerkers voor een stukje eigenaar worden of zijn van Ivy Global.
Alleen: hoe zet je dat op? Want toen Ivy werd opgebouwd werd ik de grootaandeelhouder en een deel lag bij Watse. Als je die aandelen wil doorverkopen, moet je naar een notaris en ben je daar elke keer honderden euro’s aan kwijt, misschien wel duizend. Als dat zoveel kost, ga je niet voor een klein bedrag, bijvoorbeeld tweehonderd euro aandelen kopen. De deelname moest eenvoudiger. Daarnaast moesten we kijken naar de waarde van aandelen en zo waren er meer aspecten. De afgelopen twee jaar hebben we een plan uitgewerkt en dat is in december uitgerold.
We hebben eerst een STAK opgezet: een stichting boven onze holding B.V.. In die stichting hebben we een deel van de aandelen ondergebracht en die zijn gecertificeerd, zodat je ze onderling kunt verhandelen zonder dat er een notaris aan te pas komt. De notaris was alleen nodig om deze constructie op te zetten. Op dit moment hebben we 33 procent van de aandelen gecertificeerd in die stichting. Via een online platform, kun je die kopen voor 16 euro en 29 cent per stuk. Voor dat bedrag al kun je een stukje mede-eigenaar worden, dus het is super laagdrempelig. Op het platform kan iedereen op elk moment op inloggen en certificaten bijkopen of te koop aanbieden. Dit gaat geheel digitaal inclusief het tekenen van de contracten en de betalingen. Daarnaast kun je op elk moment zien wie certificaten bezitten en hoeveel.’
Waardebepaling
‘Het moeilijkste was vervolgens de waardebepaling van de aandelen. In principe is de waarde gelijk aan ‘wat de gek er voor geeft’. Er zijn natuurlijk methodieken om een waardebepaling te doen, echter wordt de waarde dan grotendeels bepaald door de begroting van het bedrijf voor komende jaren. Dit is natuurlijk heel subjectief en je moet het nog maar zien te realiseren. Daarom zijn we hiervoor alleen naar het verleden gaan kijken in plaats van naar de toekomst. Van het verleden heb je immers de in het jaarverslag vastgelegde cijfers. Dat is objectief. We hebben vervolgens drie verschillende formules opgesteld die ieder op een andere manier de waarde bepalen. Het gemiddelde van die drie bepaalt de daadwerkelijke waarde, die vervolgens een jaar blijft staan. Een groot voordeel is dat iedereen binnen een paar minuten de waarde kan bepalen.
Ook naar andere zaken moest er gekeken worden. Zo mogen certificaten alleen in het bezit zijn van medewerkers van Ivy, maar wat doen we als er een paar collega’s met veel certificaten korte tijd vertrekken? Want niet altijd zullen die aandelen zomaar overgekocht worden door collega’s. In dat geval kan Ivy ze als B.V. zelf terugkopen. Als daarna iemand weer aandelen wil kopen, zijn dat de eerste die weer verkocht worden.
Vooralsnog worden de certificaten alleen verkocht aan vaste medewerkers, want op de studenten zit natuurlijk een enorm verloop. Dat zou voor veel werk zorgen. Maar ik kan me voorstellen dat dit voor een student ook interessant is. Mocht het in de toekomst nog gebruiksvriendelijker worden, dan is het zeker een optie. Verder wordt het spannend op het moment dat Ivy voor het eerst verlies draait. Want als het goed draait, worden de certificaten alleen maar meer waard. Maar wat als er drie slechte jaren volgen en je hebt net 10.000 euro in de certificaten geïnvesteerd… Dat is wel een risico.’
Twee miljoen euro
‘De aandelen in de STAK zijn momenteel samen bijna twee miljoen waard, dat duurt natuurlijk wel even voordat die allemaal in omloop zijn met 15 vaste medewerkers in dienst. Daarom kunnen medewerkers er ook voor kiezen een deel van hun salaris uit laten keren in certificaten. Bijvoorbeeld tweeduizend euro op je rekening en tweehonderd euro in certificaten. Dat zijn leuke manieren om het neer te zetten.
Er zijn meer bedrijven die hiermee bezig zijn, maar vaak moet je dan direct voor grote bedragen participeren. Een startbedrag van een paar duizend euro en maar 1 of 2 handelsmomenten per jaar. Dat maakt het voor medewerkers wel een stuk groter, maar ook ontoegankelijker. Bij ons is elke medewerker nu al in het bezit van certificaten, want bij de lancering kreeg elke medewerker twee certificaten voor het aantal maanden dat hij of zij op dat moment in dienst was. De een heeft er nu dus misschien twee en een ander een paar honderd. Het is aan hen zelf om dat op te bouwen.’